PetroCaribe corruptieschandaal
PetroCaribe corruptieschandaal
In zijn documentaire The Fight for Haiti schetst Etant Dupain een beeld van de volksopstand die ontstond als gevolg van het PetroCaribe corruptieschandaal.
Midden augustus 2018 plaatste filmmaker en auteur Gilbert Mirambeau jr. een opmerkelijke foto op Twitter van een geblinddoekte man die een stuk karton vasthield waarop de woorden Kot Kòb Petwo Karibe a stonden geschreven. Waar is het geld van PetroCaribe gebleven? Het bericht ging viraal en mobiliseerde duizenden Haïtianen om zowel op sociale media als op straat te protesteren tegen corruptie. En om de regering ter verantwoording te roepen over wat er met het geld van de PetroCaribe-oliedeal die Haïti tien jaar eerder met Venezuela had gesloten was gebeurd.
Onderzoek senaat
Een jaar eerder - in november 2017 - had een speciale senaatscommissie een honderden pagina’s tellend onderzoeksrapport naar fraude en mismanagement rondom de PetroCaribe-oliedeal gepubliceerd. In 2007 had Haïti zich aangesloten bij het PetroCaribe-initiatief. Binnen dit programma kreeg Haïti - evenals een aantal andere Caribische en Centraal Amerikaanse naties - korting bij aankoop op de prijs van olie uit Venezuela. Een deel van de rekening moest de regering vooraf betalen, terwijl een ander deel omgezet werd in een langlopende lening tegen een laag rentepercentage. Vanuit dat lening deel kon de regering economische en sociale projecten bekostigen. In tegenstelling tot de gebruikelijke steun van internationale donoren, die de overheid meestal omzeilden, vormde PetroCaribe een directe steun aan de overheid. Het was geld dat de armlastige overheid goed kon gebruiken.
Verkwisting PetroCaribe-fondsen
Het senaatsonderzoek legde bloot dat er inmiddels een kleine twee miljard dollar was besteed, maar dat grote bedragen niet ten gunste van de bevolking waren aangewend en in de zakken van politici en hun ‘vrienden’ waren terechtgekomen. De aanklacht was omvangrijk: aanbestedingen hadden niet openbaar plaatsgevonden; geld was weggesluisd naar spookbedrijven; contracten waren ondertekend, rekeningen betaald, maar het bijbehorende werk werd niet of slechts gedeeltelijk geleverd. Daarnaast werden nog tal van andere financiële malversaties aan het licht gebracht. Het onderzoek wees met de beschuldigende vinger naar hoge regeringsfunctionarissen, waaronder twee voormalige eerste ministers. Ook familieleden van voormalig president Michel Martelly hadden financieel geprofiteerd van de deal, evenals een onderneming van toenmalig president Jovenel Moïse, die de regering in 2013 $ 100.000,- teveel in rekening zou hebben gebracht voor lampen op zonne-energie. Helemaal nieuw waren deze onthullingen overigens niet. Al in 2015 publiceerde de Haïtiaanse corruptiedeskundige Leslie Péan een serie artikelen over de “verkwisting van de PetroCaribe-fondsen door de regering Martelly”. Vanuit het fonds werd geld gestoken in programma’s om armoede te bestrijden, zoals Ede Pèp (Help het Volk), Ti Manman Cheri (Lieve Kleine Mama), Aba Grangou (Weg met de Honger) en Banm Limyè, Banm Lavi (Geef me Licht, Geef me Leven). De werkelijke begunstigden bleken vooral Martelly-aanhangers en zijn gezins- en familieleden te zijn, waaronder zijn vrouw en zoon die deze stichtingen bestuurden (Péan, 2015).
Frustratie van bevolking
Jovenel Moïse, die na zijn aantreden had beloofd corruptie keihard te zullen aanpakken, diskwalificeerde het onderzoek van de senaat als “politiek gemotiveerd”, maar moest onder druk van de publieke opinie en de internationale gemeenschap toezeggingen voor vervolgonderzoek doen. In oktober en november 2018 vonden massale vreedzame demonstraties protesten plaats tegen corruptie. Volgens politiek analist Jake Johnson van het Center for Economic and Policy Research vond de #kotkobpetwokaribea beweging haar voedingsbodem in een breed gevoelde diepe frustratie met de politiek op Haïti, “en dat niet alleen bij degenen die al jarenlang de straat op gaan als oppositie tegen de regerende partij. Met een inflatie die dubbele cijfers schrijft, de almaar dalende koers van de nationale munt, en een wekelijkse stijging van de kosten voor levensonderhoud, heeft de economische malaise van het land ook de middenklasse en zelfs de hogere klasse van de samenleving bereikt” (CEPR, 2018b).
Niet efficiënt en effectief
De PetroCaribe-deal werd in 2018 beëindigd vanwege de politieke problemen in Venezuela. In de periode 2008 – 2018 heeft Haïti 43,9 miljoen vaten olie van Venezuela afgenomen. Deze deal heeft de Haïtiaanse regering in de betreffende periode zo’n 4,25 miljard dollar opgeleverd. Om de fondsen te beheren werd in 2008 het Bureau de gestion des Programmes d'Aide au Développement opgericht (BMPAD). Dit overheidsorgaan viel onder het Ministerie van Financiën en werd bestuurd door zes ministers en de beheerder van de Banque de la République d'Haiti. Na de eerdere senaatsonderzoeken verscheen er in januari 2019 een eerste audit van de Cour Supérieur des Contes et du Contentieux Administratif (Algemene Rekenkamer) naar de besteding van de PetroCaribe-fondsen. Het was een voorlopige audit van 409 projecten met een waarde van zo'n 1,7 miljard dollar, waarvan 92% ook uitgegeven was (waarvan twee derde ten tijde van de regeringsperiode van Michel Martelly). Op het moment van de audit hadden zeven ministeries en negen overheidsorganen - waaronder het bureau van de president - hun documenten nog niet ingeleverd. De boodschap van de audit was klip en klaar: de fondsen waren niet efficiënt, effectief en economisch verantwoord beheerd. De audit constateerde dat:
• er nauwelijks sprake was geweest van vooronderzoek bij de uitgevoerde projecten;
• er geen of te weinig controle was geweest op de projecten;
• er te veel berekend was of er sprake was van forse budgetoverschrijdingen;
• er onduidelijkheid was of budgetten in gourdes of in dollars waren;
• er gebruikt gemaakt werd van verkeerde wisselkoersen;
• datums niet klopten, contacten niet ondertekend waren, maar projecten toch werden uitgevoerd;
• er geld werd uitgekeerd terwijl de werkzaamheden niet beschreven stonden;
• er op een dag waarop bedrijven werden uitgenodigd voor aanbesteding het contract al getekend werd;
• er begonnen werd met projecten zonder ze af te ronden.
Jovenel Moïse betrokken bij corruptie
De audit wees met de beschuldigende vinger onder meer naar Michel Lecorps, de directeur van het BMPAD, de ministers die het fonds beheerden, president Michel Martelly en zijn premier Laurent Lamothe, en tal van ambtenaren en zakenlieden, waaronder president Jovenel Moïse, die eerder directeur was van twee bij het corruptieschandaal betrokken bedrijven - Comprener SA en Agritrans. Comprener bleek te hoge rekeningen te hebben ingediend voor het plaatsen van lantaarnpalen en Agritrans (een bananenproducent) was betrokken bij de nooit voltooide aanleg van een weg waarvoor een ander bedrijf, BETEX, met hetzelfde fiscale nummer en dezelfde personeelsleden als Agritrans, ook een contract had getekend voor dezelfde werkzaamheden.
Grabbelton
De audit merkte op dat gedurende een deel van de onderzochte periode op Haïti de noodtoestand was afgekondigd; hierdoor kon men zich makkelijk aan allerlei procedures en regels onttrekken en konden de betrokkenen rustig hun gang gaan. Voor de machtshebbers en hun politieke en maatschappelijke vrienden was de PetroCaribe-deal zo een grote grabbelton vol geld.
The Fight for Haiti: www.thefightforhaiti.com